BRAVO-A
Motivatie
Waarom is voertuig controle zo belangrijk? We kennen allemaal de driehoek Mens, Voertuig, Omgeving en weten dat de mens hier de hoogst scorende factor is.
Als we de mens ervan kunnen overtuigen dat de controle voor het vertrek zo belangrijk is, zal deze waarschijnlijk nog
bewuster aan het verkeer deelnemen, en op deze manier wordt dan de factor Mens positief beïnvloed.
B: Banden
Spanning. Een te lage bandenspanning zorgt voor een groter brandstof verbruik, geeft een hogere slijtage en de band vervormd te veel in de bochten. Te hoge banden spanning is ook niet juist, maar is minder gevaarlijk voor de wegligging, geeft wel minder comfort. Hoeveel de bandenspanning moet zijn, staat in het instructieboek, vaak zit er ook een sticker op de achterbrug van de motor waar dit ook op staat.
Profiel. De functie van het profiel is hoofdzakelijk water afvoer. Wettelijk is 1 mm profiel minimaal, echter 2 mm is veiliger kijk naar de functie van het profiel waterafvoer in het gedrang komt.
Scherpe voorwerpen. Geen scherpe voorwerpen, spijkers, schroeven, glas ed. Ook controleren op droogte scheuren of barsten Ook andere dingen zoals steentjes ed. moeten verwijderd worden
Ventiel. Kijk of het ventieldopje/stofkapje erop zit. Zorgt ervoor dat er geen vuil, en in de winter pekel in het ventiel kan komen
Draairichting. Kijk goed bij het monteren van een nieuwe band of het pijltje op de band de juiste richting voorwaarts aangeeft. Belangrijk voor het afvoeren van het water. Denk er goed om dat nieuwe banden een laag zit, die er voor zorgt dat je in ieder geval de eerste 50 km. rustiger moet rijden om glijschade te voorkomen.
R: Remmen
-Remvloeistof: Je hebt altijd een potje apart voor de voorrem en een voor de achterrem. Mocht er een lek zijn, heb je altijd nog een reserve rem om tot stilstand te komen. In de potjes zit remvloeistof, is deze ineens lager of zelfs leeg dan moet er wel lekkage zijn. De remvloeistof is hygroscopisch wat betekend dat het water opneemt, en dient dan ook om het jaar ververst te worden dit om te voorkomen dat je bij veel en heftig remmen bijvoorbeeld in de bergen, je je remdruk verliest omdat de olie is gaan koken Want water heeft een lager kookpunt dan de remvloeistof. Als het niveau langzaam zakt is dit meestal het gevolg van het slijten van je remblokken.
-Remdruk: Dit kun je heel mooi testen door zowel bij het op als afstappen de voorrem in te knijpen. Dit werkt tweeledig, je hebt de druk zowel bij het op als afstappen gecontroleerd en de motor kan bij het op/afstappen niet gaan rollen.
-Lekkage: Visueel de leiding op lekkage controleren.
– Remblokken: Kijken of er nog genoeg voering op de platen zit. Wacht niet tot de laatste halve mm. Dit is verkeerde zuinigheid, want een keer ijzer op ijzer zorgt ervoor dat de volgende set remblokken een keer zo hard slijten.
A: Aandrijving
– Cardan: Is niet onderhoudsvrij, maar onderhoudsarm. Visueel controleren op lekkage
– Riem: Controleren op haarscheurtjes, en slijtage. Moet op spanning blijven ivm. vertanding op de riem, gaat anders glijden
-Ketting: Kettingspanning wordt gemeten in het midden van de ketting, tussen beide tandwielenKijk voor de juiste speling in het instructieboekje of op de sticker. Dit varieert van 2 tot 4 cm. belast of onbelast. Door het gebruik rekt de ketting uit, dus regelmatig op spanning controleren en eventueel aanspannen Kettig regelmatig smeren, het beste is als deze warm is, en ook na een lange rit in de regen smeren.
V: Verlichting
– Dimlicht/Grootlicht: Controleer de verlichting aan de rechterkant van de motor. Bij de nieuwe motoren moet de motor eerst gestart worden voor het dimlicht gaat branden Linkerduim gebruiken voor schakelen dim/groot licht en met de rechterhand voor deze verlichting controleren
– Richtingaanwijzers: Voor en achter controleren. Als de zon erop schijnt, de hand ervoor houden op deze manier goed te controleren.
– Alarmverlichting: Knop met rode gevarendriehoek indrukken en controleren.
– Remlicht: Linkerhand achter de remlichten , en met de rechterhand en de voet beide remmen apart controleren of de verlichting werkt. Zijn namelijk apart geschakeld.
– Kenteken verlichting: Op werking controleren.
O: Olie
– Oliepeil: Controleren door de peilstok eruit te halen, schoonmaken en er los opzetten NIET erin draaien kijken naar streepjes minimum en maximum, of peilglas controleren. Motor moet horizontaal staan en koud zijn. Dit laatste geld niet voor elke motor, controleer hiervoor het instructieboekje. Te weinig olie is niet goed, maar te veel ook niet.
– Olielampje. Gaat branden bij het op contact zetten, moet na het starten uit gaan. Dit geeft aan dat het lampje werkt en dat de oliepomp zijn werk na het starten heeft gedaan. Gaat het lampje na het starten of tijdens het rijden branden, motor meteen uit. Dan is er dus bijna geen smering meer. Gebruik hiervoor de rode knop, voordeel de motor is meteen uit, maar je blijft zichtbaar voor het overige verkeer omdat de verlichting blijft branden.
A: Algemeen
– Accu. Weet waar deze zit, moet vast zitten.
– Vering. Controleer de voorvork keringen deze mogen niet lekkenInstabiel weggedrag en lekkage richting de remschijven.Regelmatig iemand achterop de achtervering hierop aanpassen
– Koeling. Weten waar het expansievat zit, controleren of er nog voldoende koelvloeistof aanwezig is. Minimum en maximum streepjes.
– Brandstof: Nieuwere motoren hebben geen brandstofkraan meer. Weten wanneer en hoever er nog op reserve gereden kan worden. Misschien een idee om de motor op trip te zetten en de afspraak met de leerling maken dat als de motor gecontroleerd word ze moeten melden als de motor een bepaalde km. stand heeft.
-Opstapcontrole: Kijken of de motor en het onder motor droog is, geen druppels op het wegdek van olie, benzine, koelvloeistof of id.
Bron: KNMV